Tijd in Thailand

Deze keer zal mijn blog bestaan uit alle gebeurtenissen in Thailand (op een paar dagen in Pai na dan), want ik vertrek binnenkort naar Laos!

Het verhaal gaat verder in Khao Sok, waar ik na een lange boot-en-busreis in de avond aankwam bij de jungle-bungalow (wat gewoon een bungalow bleek te zijn, geen boomhut en ook niet in de jungle). Nadat ik daar een nacht ben geweest, werd ik de volgende dag opgehaald en met een groep naar het meer/het nationaal park gebracht. We kwamen rond de middag aan bij de drijvende hutjes, waar we die nacht zouden slapen. Echt een supermooie omgeving, met rotsen en bergen die uit het glasheldere water omhoog komen. De drijvende hutjes waren van iets mindere kwaliteit, wat wel bewezen werd toen 's middags ineens een deel van de loopplank wegdreef en we niet meer bij onze hutten konden komen zonder een stuk te zwemmen of met een kajak te gaan... Wel makkelijk als je moet verhuizen, je hakt gewoon de touwen door en sleept je hut naar de andere kant van het meer! Die middag hebben we ook een trekking gedaan, een stuk door de jungle en een deel in een grot. We moesten in de jungle al af en toe tot onze knieën door het water lopen, maar in de grot werd het nog erger: de rivier stroomde ook daar en het water kwam soms wel tot m'n kin! En dan heb ik nog niks gezegd over de gigantische spinnen en de vleermuizen die overal zaten... Wel een van de leukste dingen die ik heb gedaan tot nu toe! In de avond gingen we met een boot op 'nachtsafari', met als oerspannend resultaat dat we twee rode ogen hebben gespot en een uil, jawel!
De volgende dag ging er weer een boot om de safari in de ochtend te doen. Die heb ik helaas gemist, omdat ik te druk bezig was de enorme bijenplaag rondom al onze hutjes te doorstaan. Ik was dan ook blij dat we die ochtend met de boot vertrokken, en heb nog heerlijk gezwommen tussen de rotsen voor we werden teruggebracht naar de pier.

Na nog een paar bussen en een nachttrein (deze keer gelukkig wel met slaapplek!) kwam ik aan in Bangkok. Ik heb toen de bus naar Khao San Road genomen (daaromheen zitten bijna alle backpackers), waar ik ongeveer een uur heb rondgelopen met m'n grote backpack en maar steeds geen hostel kon vinden. Een tuktuk-chauffeur heeft me toen eerst naar een reisbureau gebracht, waar ik de rest van mijn trips in Thailand heb geboekt (Kanchanaburi, Ayutthaya, Chiang Mai en Chiang Rai). Daarna heb ik gelukkig een hostel gevonden, en ben ik naar het Koninklijk Paleis en de Tempel van de Smaragdgroene Boeddha gebracht, wat heel toeristisch was, maar echt prachtig om te zien. De gebouwen waren immens groot en helemaal bedekt met glimmende tegeltjes en goud en versiersels, bijna overdreven. Het leek wel alsof ik in de Fata Morgana rondliep! Ik ben ook nog naar Wat Pho gelopen: een tempel met een enorme, gouden, liggende Boeddha. Hij was zo groot dat ik 'm niet eens fatsoenlijk op één foto kreeg!
De dag daarna ben ik met Co van Kessels fietstocht meegegaan (echt een begrip in Bangkok), en het was echt een leuke ervaring. Ik was een beetje sceptisch: ik kan zelf ook wel door kleine straatjes lopen, maar de gids vertelde heel bijzondere verhalen over delen van Bangkok (zoals de bloemenmarkt, een Chinese tempel of een heel klein steegje dat ooit een rijke buurt is geweest) die ik zelf nooit zou hebben bezocht. De laatste dag dat ik in Bangkok was ben ik met de bus (die kost maar 7 baht per rit, dus veel goedkoper dan een taxi of tuktuk) naar de zaterdagmarkt gegaan, de Chatuchakmarkt. Het is (een van de) de grootste markt(en) van de wereld. Ik ben maar in een klein deel ervan geweest, omdat ik wist dat ik anders zou verdwalen, wat zelfs in dat kleine deel al een paar keer is gebeurd.

De volgende dag vertrok ik naar Kanchanaburi, waar ik twee dagen en één nacht zou blijven. De eerste dag was een beetje een teleurstelling: ik werd steeds van groep naar groep en van busje naar busje gebracht en had elke keer maar maximaal 30 minuten voor alles. Ik heb de oorlogsbegraafplaats, het oorlogsmuseum en de brug over de rivier Kwai gezien (allemaal in veel te weinig tijd, maar 20 minuten voor het museum, waar ik uiteindelijk dan ook niet echt veel van begreep), waarna we met de trein over het Spoor des Doods gingen. Na de lunch op een drijvend hostel/restaurant (waar ik ook zou blijven slapen, deze keer in een rivier) was het bamboe-raften (10 minuten op een soort vlot op een rivier drijven) en olifant-rijden, wat leuker klinkt dan het was. We moesten in een zitje op de olifant klimmen, en ik had vooral medelijden met de olifant, wiens voorpoten met kettingen gebonden waren. Het leukste moment van de dag was de waterval, waar ik ineens in m'n eentje naartoe gestuurd werd (de rest van de groep waar ik toen mee was ging blijkbaar iets anders doen), maar waar ik lekker heb gerelaxt. Er waren overal Thaise mensen aan het picknicken en zwemmen, en je kon op de rotsen klimmen en in 't water zitten. Die avond bleef ik dus slapen in het drijvende hostel (in een enorme kamer met kingsize bed plus enkel bed), en de volgende dag stond de Erawen-waterval op het programma. Ik dacht dat ik die dag alleen zou zijn, maar de chauffeur en zijn drie kinderen zijn met me meegelopen, wat heel leuk was! Er waren 7 levels die je kon beklimmen, en bij ieder level kon je zwemmen (tussen enorme vissen...) en van rotsen glijden, heerlijk! Rond 1u moesten we alweer terug naar de bus helaas, want ik zou die dag nog naar Ayutthaya worden gebracht.

Drie of vier minibussen (ik ben de tel kwijtgeraakt) en acht uur later kwam ik aan bij het guesthouse in Ayutthaya, waar ik weer een enorm grote en chique kamer kreeg. Ik heb de volgende dag een fiets gehuurd en heb de hele dag rondgefietst en tempels bekeken. Als ik niet verdwaald was tenminste, want dat gebeurde nogal vaak (ondanks dat ik een kaart had, erg frustrerend). Het was een heel hete dag en het verkeer (want rond de tempels waren er gewone wegen waar dus ook 'gewoon' Thais verkeer rondscheurde) was erg gevaarlijk, dus het was niet de meest fantastische dag voor mij. Toen ik terug naar het hostel wilde, raakte ik alweer verdwaald, en uiteindelijk heeft een Thaise vrouw die geen Engels sprak me maar de weg gewezen door op haar scooter voor me uit te rijden (dat is dan wel weer superaardig). Ik kreeg die avond ook nog een gratis lift naar het station van een Engelse man die al een tijd in Thailand woonde (van hem en van een paar andere mensen uit de UK heb ik al het compliment gekregen dat ik klink als iemand uit de UK!), en toen was het: op naar Chiang Mai met de nachttrein!

Op het station in Ayuthaya heb ik nog een tijd met een Thaise man gepraat, die bijna alles wat hij om zich heen zag of kon bedenken maar in het Engels aan me uit ging leggen. Hij wilde me zelfs zijn zak chips geven, maar ik vond dat ik dat als rijke toerist beter zelf kon betalen... In de bar van de nachttrein heb ik een paar Fransen ontmoet en drie Israëlische jongens. Met de laatste drie zat ik in hetzelfde hostel in Chiang Mai en heb ik de eerste dag een zipline-route gedaan in de jungle: van boom naar boom roetsjen en af en toe zelfs abseilen (wat inhield dat ze je aan een touw vastmaakten en lieten vallen tot je bijna beneden was, de hoogste afstand was 40 meter...!).
De dag erna had ik een trip naar Chiang Rai geboekt, een drukke dag van 7 tot 9! We gingen eerst naar een heetwaterbron (een fontein die naar eieren stonk), en daarna de Witte Tempel. Dat was heel indrukwekkend: echt alles was perfect wit met zilveren tegeltjes, en er was een pad dat van de hel naar de hemel liep (waar je ook niet stil mocht blijven staan). In de tempel zelf waren er muurschilderingen met Michael Jackson, robots, minions, Superman en andere moderne dingen, waarschijnlijk ook bedoeld als een soort van 'hel'. O, en natuurlijk niet te vergeten: de mooiste wc van de wereld, een gigantisch gouden gebouw. De wc zelf viel dan weer wat tegen, die was vrij normaal, op de verplichte wc-slippers na dan. De volgende stop was de Gouden Driehoek, het drielandenpunt van Myanmar, Thailand en Laos. Met de boot hebben we even over de Mekong gevaren en Niemandsland gezien: een stuk land dat in het droogseizoen tevoorschijn komt, en dat letterlijk van niemand is, waar geen regels of wetten gelden en vroeger dus makkelijk opium verhandeld kon worden. We zijn nog even gestopt bij een markt in Laos, waar we als welkomstdrankje whiskey met slang, tijgerpenis, schorpioen of gecko konden proeven. Het was smerig, maar dat kwam vooral door de whiskey. Na een uitgebreide lunch reden we door naar de grens met Myanmar, waar ik 1 minuut ben geweest om een nieuw visum voor Thailand te krijgen (een behoorlijk dure minuut, moet ik zeggen). Tot slot hebben we de blackteeth-stam en de longneck-Karenstam bezocht, wat vooral een toeristische attractie was met twee rijen hutjes waar je souvenirs kon kopen en foto's kon maken van de inwoners. Maar al met al was het een heel leuke dag, met een gids die heel veel uitlegde over de plekken waar we heen gingen.
De derde dag in Chiang Mai heb ik olifantentraining gedaan, een van de gaafste dingen die ik hier heb meegemaakt! Deze keer werden de olifanten veel beter behandeld dan bij de rit in Kanchanaburi. We kregen met ons groepje ook eerst uitleg over de olifanten en over welke bevelen je moest gebruiken om ze te sturen (gaan, stoppen, links/rechts, achteruit en opstappen/afstappen). Daarna hebben we ze bananen gevoerd en mochten we oefenen met het rijden, waarna we echt de jungle in gingen met twee personen per olifant. Ze wisten de route natuurlijk uit hun hoofd en er liepen ook twee trainers mee, maar toch was het echt supergaaf om zo op een olifant te rijden! Tot slot mochten we met ze de rivier in om ze te wassen, en we konden zelfs op hun rug gaan staan. Na de lunch hebben we een bergstam bezocht, zijn we naar een waterval gelopen en hebben we weer gebamboeraft (wat deze keer een stuk leuker was, omdat je direct op de raft zelf zat en er ook meer stroomversnellingen waren. In de avond ben ik met de Israëlische jongens en een Japanse jongen gaan uiteten en we hebben gepoold, een heel leuke avond met een fantastische tuktuk-rit terug (de chauffeur, die we Mr. Meat hebben gedoopt, had de muziek hard aangezet dus het was net een party-tuktuk!). De twee dagen erna heb ik vooral gerelaxt bij het zwembad en het centrum van Chiang Mai bekeken. Bij een van de tempels was een Monk Chat Club, waar je met een monnik kon gaan zitten kletsen, heel erg grappig, en ik heb in een andere tempel een soort ceremonie gezien, waarbij allemaal monniken aan het bidden waren.

En op het moment ben ik in het kleine Pai, waar ik nog 2 dagen blijf voor ik op 8 mei naar Laos vertrek! Ik hou jullie op de hoogte ;)